Graven in Galilese grond: Archeologie en parabels

Drie leden van ons parabelteam hebben een bijzondere zomer achter de rug. Projectleider Eric Ottenheijm en promovendi Albertina Oegema en Jonathan Pater hebben namelijk deelgenomen aan een drieweekse archeologische opgraving in Israël. In deze blog doen ze verslag van hun bevindingen.

Albertina Oegema maakt een bijzondere vondst schoon ( © Kinneret Regional Project, Susanne Rutishauser)

Albertina Oegema maakt een bijzondere vondst schoon (© Kinneret Regional Project, Susanne Rutishauser)

Sinds 2008 worden er door het Kinneret Regional Project opgravingen verricht in Horvat Kur, een dorp uit de oudheid dat ten noordwesten van het Meer van Galilea ligt. De doelstelling van het project is om na te gaan hoe een agrarisch dorp in Galilea vanaf de Hellenistische tot de Byzantijnse tijd functioneerde. Het eerste volledige opgravingsseizoen vond plaats in 2010 en richtte zich op twee plekken in het dorp, namelijk Area C waar resten van verschillende woonhuizen werden gevonden en Area A waar men op resten van een synagoge stuitte. De vondsten van beide area’s dateerden uit de Romeins-Byzantijnse periode (ca. 4e–7e eeuw). De inspanningen van de volgende jaren richtten zich op het blootleggen en begrijpen van de synagoge. Dit heeft enkele bijzondere vondsten opgeleverd, onder andere een deel van een mozaïekvloer met daarop in het Aramees de naam “El’azar, zoon van Judan, zoon van Susu” en de lampjes van een zevenarmige kandelaar (menora).

Jonathan Pater in het lab (© Kinneret Regional Project, Susanne Rutishauser)

Jonathan Pater in het lab (© Kinneret Regional Project, Susanne Rutishauser)

De opgravingen van dit jaar hadden tot doel de datering van de verschillende bouwfasen van de synagoge preciezer te bepalen. Het team waar Jonathan deel van uitmaakte, droeg hieraan bij door kleine, nauwkeurige graafwerkzaamheden uit te voeren op verschillende plaatsen in de synagoge. Jonathan werd vooral ingezet bij het werk aan de bima, een groot en (min of meer) vierkant platform waar de kast met Tora-rollen op was geplaatst. Daarnaast waren de opgravingen erop gericht om beter te bepalen hoe de synagoge binnen het dorp was gesitueerd. Albertina zat in een team dat het verloop van een muur die haaks op de buitenmuur van de synagoge stond, uitgroef. Hierbij werden enkele muren uit het woongedeelte blootgelegd. Eric leidde een klein team buiten de noordelijke muur van de synagoge, in een square dat nog niet volledig was uitgegraven. Hier bevonden zich behalve de resten van de ingestorte noordmuur ook een ruimte die op een binnenplaats leek, met structuren om regenwater te geleiden. Uit alles blijkt dat woonhuizen dicht op de synagoge lijken te zijn gebouwd.

Eric, Albertina en Jonathan deden mee aan deze opgraving met het oog op het onderzoek naar parabels. Parabels verhalen over allerlei aspecten van het dagelijks leven, van munten en maaltijden tot huizen en paleizen. Deelname aan een opgraving biedt daarom een unieke gelegenheid om de dagelijkse werkelijkheid uit de oudheid te zien, voelen en ervaren. Tijdens het opgraven werden niet alleen grotere structuren als muren blootgelegd, maar kwamen ook kleinere vondsten tevoorschijn, zoals fragmenten van aardewerk, glaswerk, olielampjes en botten. Door het fysieke vinden en aanraken van dergelijke vondsten en structuren biedt deelname aan een opgraving inzichten in het dagelijks leven van de oudheid die niet uit boeken te halen is. De relatie met parabels wordt nog versterkt doordat Horvat Kur in Galilea ligt, de bakermat van de vroegchristelijke en vroegrabbijnse bewegingen waarin de parabels zijn ontstaan en overgeleverd.

Albertina Oegema aan het werk in haar square

Albertina Oegema aan het werk in haar ‘square’

Hoewel het vinden van dergelijke voorwerpen op zichzelf al een bijzondere ervaring is, is het nog spannender wanneer je verschillende vondsten begint te herkennen en gaat begrijpen welke rol deze voorwerpen spelen in het begrijpen van een gebouw of dorp als geheel. Onderdeel van het Kinneret Regional Project is een “field school” waarbij je tijdens het graven en door lezingen en workshops vertrouwd raakt met de beginselen van het archeologische veldwerk en de bijbehorende methoden. Hoe bepaal je waar te graven? Op welke manier voer je de werkzaamheden eenduidig en controleerbaar uit? Hoe herken je aanwezige structuren zonder deze te verstoren of je te laten leiden door eigen verwachtingen? Wanneer is een vondst bruikbaar? Hoe leg je de resultaten van het graafwerk vast en hoe kun je daar op een verantwoorde manier conclusies aan verbinden? Bij de graafwerkzaamheden van Albertina’s team werden deze vragen bijvoorbeeld toegepast op het herkennen van de loop van muren en op het bepalen van de datering en functie van de opgegraven ruimtes door middel van de gevonden voorwerpen.

Mozaïekvloer uit het Dionysushuis in Sepphoris

Mozaïekvloer uit het Dionysushuis in Sepphoris

’s Middags en in de weekenden werden door het Kinneret Regional Project verschillende excursies georganiseerd naar archeologische opgravingen in de regio. Bijvoorbeeld de stad Sepphoris die in deze periode een centrum van rabbijnse activiteit was. In deze stad kwamen in de eerste eeuwen van de gangbare jaartelling verschillende culturele invloeden samen. Voor Jonathan, die maaltijdparabels onderzoekt, was het vooral interessant om deze invloeden op de maaltijdcultuur te kunnen zien. Zo was er in Sepphoris een prachtige eetzaal (triclinium) te bewonderen met een mozaïekvloer waarop een drinkgelag met Heracles en Dionysus is afgebeeld. Bovendien waren er in het mozaïek ruimtes uitgespaard voor de plaatsing van de drie aanligbanken van het triclinium (zie foto). De gebruiken rond het aanliggen en eten in dergelijke eetzalen komen niet alleen voor in Grieks-Romeinse geschriften, maar ook in vroegchristelijke en rabbijnse bronnen. Verschillende parabels gaan bovendien over maaltijden die in dergelijke eetzalen gehouden worden. Het bezoeken van een dergelijke ruimte geeft inzicht in de afmetingen en inrichting daarvan. De centrale plaats en prachtige decoratie van het triclinium laten het grote belang van maaltijden in het dagelijks leven van de oudheid zien.

Voor Albertina, die parabels met ouder-kindrelaties bestudeert, waren de bouw en inrichting van woningen interessant als contexten waarin ouders en kinderen met elkaar omgingen. Vooral de gang van de zoon in onderstaande rabbijnse parabel probeerde ze beter te begrijpen:

Een parabel. [Het lijkt] op een koning die zijn zoon beval dat hij niet zijn slaapvertrek mocht betreden. Toen hij (de zoon) de deur van zijn paleis betrad, greep hij (de koning) hem en sprak met hem. Toen hij de deur van zijn eetvertrek betrad, greep hij hem en sprak met hem. Zodra hij het slaapvertrek zou betreden, zei hij tegen hem: “Mijn zoon, vanaf hier en verder is het je verboden.” (Sifre Deuteronomium 29)

Foto woonvertrek Katzrin (Wikimedia Commons)

Foto woonvertrek Katzrin (Wikimedia Commons)

Tijdens de excursies bezichtigde Albertina de resten van woningen uit verschillende tijdsperiodes en van verschillende sociale klassen. Dit betrof niet alleen de bemiddelde huizen in Sepphoris of Hippos, maar ook het kleine en donkere (gereconstrueerde) huisje uit talmoedische tijd in Katzrin (zie foto). Door deze bezoeken kreeg zij meer inzicht in hoe woningen er van binnen en van buiten uit zagen, hoe ze waren ingedeeld, hoe groot de ruimtes waren en welke functie die hadden. De gang van bovenstaande zoon bleek daarbij, archeologisch gezien, niet zo eenvoudig na te gaan, al laten zelfs kleinere huizen (4.5 bij 3.4 m.) zien dat men, zoals Rabbijnse teksten aangeven, de slaapruimte (kithon, van Grieks koithoon) onderscheidde van de eetruimte (traqlin, naar Latijns triclinium).

Al met al was de deelname aan de opgraving in Horvat Kur een belangrijke ervaring voor Eric, Albertina en Jonathan om bij het bestuderen van parabels op een verantwoorde en nuttige manier gebruik te maken van gegevens die bij archeologische opgravingen zijn verzameld en gepubliceerd. Archeologie blijkt zich vaak met soortgelijke problemen bezig te houden als tekstwetenschappers: hoe kunnen verspreide data tot een samenhangend en inzichtelijk geheel worden? Archeologie bewijst dan ook niet zozeer wat er in teksten staat, het biedt wel een volstrekt andere invalshoek om die teksten te gaan lezen.

Ze zijn bovendien dankbaar dat de deskundigen binnen het Kinneret Regional Project bereid waren om hen met zoveel passie te vertellen over architectuur, aardewerk, munten, materiaalkunde en de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van informatica en chemische analyse.

Jonathan Pater

Jonathan Pater

Albertina Oegema

Albertina Oegema

Eric Ottenheijm

Eric Ottenheijm

 

 

 

 

 

 

Verder lezen:

Kinneret Regional Project is een internationaal archeologisch project van de universiteiten van Bern, Helsinki, Leiden en Wofford College (Spartanburg/SC, USA) in samenwerking met het Finnish Institute of the Middle East. Voor meer informatie over dit project en de opgravingen in Horvat Kur en haar zusteropgraving Tel Kinrot zie de website: http://kinneret-excavations.org/ 

Zangenberg, Jürgen, Stefan Münger, Raimo Hakola, en Byron R. McCane. 2013. “The Kinneret Regional Project Excavations of a Byzantine Synagogue at Horvat Kur, Galilee, 2010–2013: A Preliminary Report.” Hebrew Bible and Ancient Israel 2 (4): 557–576.

 

Dit vind je misschien ook leuk...

1 reactie

  1. Lieve schreef:

    Mooi hoor! Ik wil graag een rondleiding door deze experts, en als ik ooit een kans krijg dan doe ik graag eens mee.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.