Parabel van de maand augustus: over de duif die een paleis binnenvloog

 

In deze rubriek presenteren wij elke maand een rabbijnse parabel (mashal) uit de midrash. Soms lijken die parabels op gelijkenissen uit het Nieuwe Testament, soms helemaal niet, maar altijd zetten ze aan tot nadenken. De volgende parabel komt uit de Mechilta van Rabbi Isjmael, Be’sjallach 7.

In deze prachtige parabel wordt Israël vergeleken met een duif die achterna gezeten wordt door een havik – Egypte. De parabel-verteller stelt de gespleten zee gelijk aan het paleis van een koning waarin aan beide kanten vensters openstaan. Echter, wanneer de duif het paleis uitgevlogen is, sluit de koning snel de vensters en zit de havik vast. De koning (God) heeft dan alle tijd om zijn pijlen (regen, hagelstenen, vuur en zwavel uit de bewijstekst) op de havik af te sturen. Hetzelfde beeld van een duif en een havik wordt trouwens ook gebruikt in de parabel van de duif in de rotskloof. Overigens wordt in die parabel de zee niet met een paleis, maar met een slang vergeleken!

“En Mozes strekte zijn hand uit over de zee en tegen het aanbreken van de morgen vloeide de zee terug in haar bedding, terwijl de Egyptenaren haar tegemoet vluchtten. Zo dreef de Eeuwige de Egyptenaren midden in de zee (Ex. 14:27).”

Dit leert, dat naar welke kant een Egyptenaar ook vluchtte, de zee hem tegemoet snelde.

I. Een gelijkenis. Waarmee is dit te vergelijken?

Met een duif, die vluchtte voor het jong van een havik. Toen ze het paleis van de koning binnenging, opende de koning voor haar het oostelijk venster, en ze ging naar buiten en vervolgde haar weg. Toen na haar het jong van de havik binnenkwam, sloot de koning alle vensters voor hem en begon hij zijn pijlen op hem af te vuren.

II. Alzo, toen de laatste van de Israëlieten omhooggeklommen was uit de zee, en de laatste van de Egyptenaren erin was afgedaald, begonnen de dienstdoende engelen pijlen op hen af te vuren, hagelstenen, vuur en zwavel. Zoals er gezegd is: “Ik zal hem straffen met de pest, bloed, regen, en hagelstenen, vuur en zwavel zal Ik op hem doen neerdalen” (Ez. 38:22).

Vertaling: Arie C. Kooyman, Als een koning van vlees en bloed, p. 44.

Handleiding voor het lezen van een mashal

Hoe lees je nu eigenlijk een rabbijnse parabel (mashal)? Het is belangrijk om te weten dat de meeste rabbijnse parabels gericht zijn op het oplossen van een probleem of onduidelijkheid in de tekst van de Torah (de eerste vijf boeken van het Oude Testament). We vinden de meshalim dan ook in de midrash, een rabbijnse vorm van exegese.
In het voorbeeld links treffen we dus eerst een citaat aan uit de Torah (met een bepaald probleem), en daarna pas komt de mashal. De mashal wordt vaak geïntroduceerd met een vaste formule, zoals ‘een parabel, het lijkt op’. Na het eigenlijke verhaaltje (de mashal proper) volgt de uitleg van de mashal, waarin de brug wordt geslagen met het probleem in de Torah. Deze uitleg wordt de nimshal genoemd. De nimshal wordt vaak geïntroduceerd met het woordje ‘zo’.
Kun jij ontdekken hoe de mashal hiernaast het probleem in de Torah oplost?

Dit vind je misschien ook leuk...

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.