Het Parabelproject in Israël
Het parabelproject mocht zich onlangs presenteren tijdens een meerdaagse conferentie aan de Bar Ilan Universiteit in Tel Aviv (10-13 juni 2019), getiteld ‘Generations’: Evolution and Transmission of the Rabbinic Text.’ Tijdens deze meerdaagse research workshop van de ‘Israëlische NWO’ presenteren onderzoekers uit Israël lopende projecten. Arnon Atzmon, specialist in laat-Rabbijnse midrash aan de Bar Ilan Universiteit, had Lieve Teugels en Eric Ottenheijm uitgenodigd gerichte workshops te verzorgen over parabels in Midrash Tehillim, als onderdeel van zijn lopende onderzoek. Midrash Tehillim is een laat Amoraïtische collectie midrashim op alle 150 Psalmen, en bevat vaak unieke tradities. Ofschoon hier, zoals wel vaker bij laat Rabbijnse midrashim, oudere tradities zijn verwerkt of bewaard, spiegelt de midrash toch vooral de laat Byzantijnse of vroeg middeleeuwse tijd. Helaas zijn tijd en geografische locatie van deze bron nog in nevelen gehuld. Duidelijk is wel dat Midrash Tehillim oudere, Amoraïtische, bronnen kende en verwerkte.
Lieve Teugels presenteerde aan het einde van de conferentie haar nieuwe boek, de tekstkritische editie van de Meshalim in de Mekhiltot (zie elders), en gaf een interactieve workshop rond parabels op een enkel vers uit Psalm 92:14. Bijzonder was dat ze de toehoorders, waaronder naast de aanwezige studenten ook de hoogleraren Chaim Milikovsky, Avigdor Shinan en Joseph Tabory, actief betrok bij de vele vragen die deze parabels oproepen. Parabels, zo liet ze overtuigend zien, zijn niet zomaar illustraties van wat de midrash zegt, ze hebben een eigen zeggingspracht en roepen zowel intertekstuele als ook retorische associaties op.
Op de eerste dag besprak Eric Ottenheijm een parabel over een wilde os die wordt bewaakt door een leeuw, in de midrash op Psalm 90 (‘gebed van Mozes’). De nimshal (toepassing) laat de darshan (prediker) aan het werk zien, waar deze met zijn parabel een ‘tekstueel gebaar’ maakt en de toehoorder verwijst naar afbeeldingen van stier of os als onderdeel van de zodiac die Byzantijnse synagogen opsieren (zie onder de zodiac in de 6e eeuwse synagoge in Beth Alpha). Rabbijnse teksten identificeren die sterrenbeelden als de twaalf stammen van Israël, en de precaire positie van de stam van Shimon is het thema van de midrash (hij noemt daarnaast ook het lam, symbool van de maand Nisan en de stam Ruben)! De decoratieve leeuwen die we vaak aantreffen bij de Aron HaKodesj, komen eveneens in de parabel aan bod: zij bewaken de twaalf stammen en de hier opgeborgen Torahrol, volgens de midrash door Mozes hier opgeborgen om haar van corruptie te vrijwaren.
Zoals een collega ter plekke opmerkte: parabels staan ook hier op de agenda, en de positieve reacties van zowel studenten als de aanwezige onderzoekers onderstreepten dit.
Tekstkritiek of Commentaar?
Opvallend aan het onderzoek aan de Hebrew University en de Bar Ilan is de dominantie van tekstkritiek van Rabbijnse bronnen. Daar is wel enige rechtvaardiging voor: de vaak ongepubliceerde fragmenten in de Cairo Geniza zijn nog amper gewogen, en de mogelijkheden die IT biedt om varianten in beeld te brengen en te wegen noopt tekstonderzoekers tot het hernieuwd uitvoeren van dit type tekstonderzoek. De kracht en betekenis van deze benadering werden helder in een sublieme workshop door Chaim Milikovsky, de onbetwiste specialist op het gebied van Amoraïtische teksten, over de betekenis van een Geniza tekstvariant. De bricolage van onderliggende tradities in een passage uit Leviticus Rabbah 25, een vierde of vijfde eeuwse midrash, kon door een enkel fragment worden aangetoond! Tegelijk vraag je je af of dit typisch 19e eeuwse frame om te zoeken naar de originele tekst recht doet aan de varianten, en vooral of deze queeste tegemoet komt aan actuele vragen die minder gespecialiseerde gebruikers en lezers hebben. Avigdor Shinan wees in zijn bijdrage op de noodzaak van toegankelijke commentaren op deze vaak zo moeilijke bronteksten. Dit debat is geen kwestie van óf-óf, veelmeer van én-én, maar de middelen zijn beperkt…
Vervanging van Bible Works en de Responsa?
Tijdens de slotdag van de conferentie kwamen twee nieuwe ontwikkelingen aan bod die zijn gerelateerd aan IT, beiden van belang voor Bijbelonderzoekers en Judaïsten. De eerste betreft een online crowd sourcing project, genaamd Tikkun Sofrim, waarbij lezers betrokken worden bij het invoeren en corrigeren van teksten uit handschriften! Dat alles gebeurt met monitoring van deskundigen, maar twee zaken vielen met name op: ten eerste de geografische diversiteit van deelnemers – zelfs uit de Gaza strook – en ten tweede de verbluffend lage foutgraad die in dit werk wordt bereikt, zeker wanneer deelnemers getraind raken in het ontcijferen van manuscripten. Het project wordt geleid door Moshe Lavee van de Universiteit van Haifa, meer informatie is te vinden op https://tikkunsofrim.hypotheses.org/. Let op: dit project zal zich presenteren op de Digital Humanities Conferentie, van 9-12 juli a.s., in Utrecht (Tivoli Vredenburg)! Zie voor programma en details https://dh2019.adho.org/#.
Het tweede project werd gepresenteerd door de aan Bar Ilan gevestigde Avi Schmidman, en behelst niet minder dan een geheel nieuw tekstdata- en zoeksysteem, genaamd Dicta. Dit zoeksysteem claimt beter te zijn dan Bible Works en dan het eigen Bar Ilan Responsa project. Men werkt met algoritmes die niet alleen concrete vormen vinden maar ook morfologische en zelfs grammaticale variaties opsporen! In deze presentatie liet hij nieuwe mogelijkheden zien: het produceren van synoptische teksten, waarbij alle versies van een brontekst in kolommen zijn weergegeven. Bovendien is het met dit systeem mogelijk om stukken tekst te doorzoeken op citaten uit andere bronnen (met een minimum van drie lexemen), en de resultaten zijn zichtbaar in voetnoten! De bevindingen waren ronduit verbluffend, en wat net zo bijzonder is: dit hulpmiddel is gratis toegankelijk. Meer informatie en toegang (ook Engelstalig toegankelijk): Dicta.org.il.
Recente reacties