Where Would Jesus Sit (Lukas 14:7-11)?

[Afbeelding: Christus op de ereplaats van een zogenaamde sigma bank. Het gebruik van de sigma voor de maaltijd won aan populariteit in de derde en vierde eeuw van onze jaartelling ten opzichte van het traditionele triclinium. Mozaïek in de basiliek van Sant’Apollinare Nuovo te Ravenna, zesde eeuw n.Chr.]

In Lukas 14:1-23 vinden we Jezus op de sabbat aan de maaltijd bij een farizeeër. Tijdens de maaltijd wordt iemand door Jezus genezen en geeft Jezus onderwijs over hoe men zich bij een dergelijke maaltijd moet gedragen. De tekst is alleen te vinden in het evangelie van Lukas. Waarom geeft de schrijver zo veel aandacht aan etiquette en wat is de betekenis daarvan? De schrijver van het evangelie van Lukas is wel gekarakteriseerd als een Hellenistisch auteur. Hier wordt mee bedoeld de schrijver veelvuldig gebruik maakt van literaire vormen en middelen uit de Griekse literatuur om zijn verhalen over Jezus vorm te geven. De vergelijking met andere geschriften uit de toenmalige Grieks-Romeinse wereld kan daarom interessante inzichten opleveren. Die vergelijking is overigens niet bedoeld om een tegenstelling met het Jodendom te veronderstellen. Joden leefden immers niet in een eigen en strikt gescheiden wereld, maar waren op allerlei manieren onderdeel van en in gesprek met de bredere cultuur. Eén van de uitingen van deze bredere Grieks-Romeinse cultuur die interessant zijn om te vergelijken met Lukas 14, is de literaire beschrijving van zogenaamde symposia.

Een symposium was een bijeenkomst, doorgaans van mannen behorend tot de elite, na een maaltijd, waar samen gesprekken gevoerd werden onder het genot van (een overvloed aan) wijn en vermaak in de vorm van zang en dans. Dergelijke bijeenkomsten rond maaltijden hadden een belangrijke plaats in het leven van de Griekse en latere Romeinse elite en weerspiegelden waarden en ideeën die vorm gaven aan de samenleving. Voorbeelden van dergelijke waarden zijn het belang van de status en eer van de aanwezigen en het voorkomen van schande. Joodse literatuur uit deze periode laat een bekendheid zien met deze vormen van samenkomen rond maaltijden, hoewel de daar vaak mee verbonden dronkenschap en seksuele contacten sterk worden afgekeurd. Het belang van dergelijke maaltijden komt naar voren in het feit dat het vaak het onderwerp of de plaats van handeling van literaire teksten is. In dergelijke literaire symposia gaat het vooral om de zogenaamde ‘tafelgesprekken’, gesprekken over uiteenlopende onderwerpen tijdens het eten en drinken. Bekende voorbeelden zijn Plato’s Symposium, waarbij het klassieke Griekse symposium de achtergrond vormt van meer filosofische redevoeringen. Latere vormen zijn te vinden bij Plutarchus en Athenaeus, waarbij de gesprekken reeds tijdens de maaltijd plaatsvinden en vooral de maaltijd en de etiquette onderwerp van gesprek zijn.

Maaltijden komen op verschillende punten in de evangeliën voor, maar vooral voor Lukas is het een belangrijk thema. Lukas laat Jezus op een aantal momenten onderwijs geven tijdens een maaltijd wanneer hij te gast is bij tollenaars of farizeeërs. Voorbeelden zijn Lukas 5:29-32; 7:36-50; 11:37-54 en 14:1-24. Verschillende geleerden, bijvoorbeeld Dennis Smith en Willi Braun, hebben de tekst van Lukas 14 bestudeerd tegen de achtergrond van de Grieks-Romeinse symposia literatuur. De vergelijking levert interessante inzichten op met betrekking tot zowel de vorm als de inhoud van de tekst. De tekst in Lukas 14:7-11 doet niet meteen denken aan de verhalende gelijkenissen elders in de evangeliën. Volgens sommigen zou dit verklaard kunnen worden door het bredere gebruik van de term ‘parabel’ in de Grieks-Romeinse retorica. Met betrekking tot de inhoud is het toewijzen van plaatsen aan tafel een onderwerp dat ook in de werken van Plutarchus naar voren komt. In Het diner van de zeven wijzen (Moralia 149A-B,F) komt het ter sprake nadat een gast zich beledigd voelt door de toegewezen, oneervolle plaats. De aanwezige wijsgeer Thales stelt dat men zich tevreden moet stellen met de plaats die men toegewezen krijgt. Ongenoegen daarover is namelijk niet zozeer een belediging voor de gastheer, maar vooral voor degenen tussen wie men geplaatst is. Thales voegt de daad bij het woord door zelf de afkeurenswaardige plaats in te nemen. In een ander werk vertelt Plutarchus over een maaltijd gehouden door zijn broer Timon waar werd besloten om tegen het gebruik in de gasten zelf plaatsen te laten uitzoeken (Moralia 615D-619). Wanneer een gast die laat aankomt, geen plaats meer kan vinden aan tafel die hij zijn eer waardig acht, voelt hij zich beledigd en gaat kwaad weg. Het gesprek gaat vervolgens over het nut van tafelschikking voor het belangrijkste doel van de maaltijd volgens Plutarchus, namelijk genieten en vriendschap. Eén van de gasten stelt dat het toewijzen van plaatsen een uiting van orde is, hetgeen van belang is voor het genieten van de maaltijd. Een andere gast is daarentegen van mening dat het zou moeten worden afgeschaft als uitdrukking van gelijkheid aan de maaltijd, hetgeen de vriendschappelijkheid onder de gasten zou bevorderen. In het werk van Athenaeus (Deipnosophistae 6.245) wordt het humoristische voorbeeld van Chaerefon naar voren gebracht. Chaerofon wordt een parasiet genoemd, iemand die (vaak zonder uitnodiging) komt profiteren van andermans gastvrijheid. Hij gaat zonder uitnodiging naar een bruiloftsfeest en gaat aanliggen op de laatste plaats. Wanneer hij wordt gevraagd om te vertrekken omdat het wettelijk toegestane aantal gasten wordt overschreden, stelt hij voor om nogmaals te tellen, maar nu bij hem te beginnen.

De teksten bieden interessante achtergronden bij de passage uit Lukas. De gesprekken over de gebruiken met betrekking tot de plaatsen aan tafel beginnen met een beschrijving van een voorval tijdens een maaltijd. Duidelijk is dat de positie aan tafel op de een of andere manier met de status van de gasten is verbonden, hoewel dit verband dus ter discussie kan worden gesteld. De laatste plaats is in sommige gevallen bijzonder verbonden met de brede categorie van ‘ongenode gasten’, die in de literatuur veelal negatief worden beoordeeld op hun status en karakter. Het probleem wordt vervolgens in een breder kader geplaats door te verwijzen naar traditionele waarden als orde, gelijkheid en vriendschap. In het geval van Lukas wordt een ander principe ingebracht, namelijk het opgeven van status door zelfvernedering. Hier wordt de genode gast aangespoord uit zichzelf de laatste plaats in te nemen. Het woord voor ‘vernederen’ heeft dan ook geen positieve klank, maar past bij andere aanduidingen voor een volstrekt onaanzienlijk en eerloos persoon. Volgens verschillende geleerden wordt Jezus in het hoofdstuk voorgesteld als een zogenaamde deipnosofist, een wijs persoon aan de maaltijd. Een dergelijk persoon gaf door zijn (provocerende) handelingen en toespraken uitleg over voorbeeldige gemeenschap aan de maaltijd. Die gemeenschap was een ideaal waarin belangrijke morele en sociale principes tot uitdrukking kwamen. Voor Lukas is dat een principe dat hij elders associeert met het gerechtvaardigd zijn voor God (vgl. Lukas 18:10-14). Volgens Braun wil Lukas vooral zijn vooraanstaande lezers aanspreken, wiens karakter en waarden een verandering zouden moeten ondergaan om deel uit te kunnen maken van de christelijke gemeenschap. Verschillende uitleggers hebben er op gewezen dat de parabel nogal paradoxaal is. Het doel is uiteindelijk alsnog de belangrijkste plaats toegewezen te krijgen. Daarbij wordt echter voorbij gegaan aan het feit dat daar een ongehoorde omkering van het principe van eer aan vooraf is gegaan. Wie zijn eigen eer volledig te niet doet, kan een ereplaats de ideale gemeenschap van Lukas innemen.

De interpretatie die door geleerden als Smith en Braun wordt geboden, is vast niet het laatste woord dat over de tekst uit Lukas 14:7-11 gesproken zal worden. De overeenkomsten met de literaire symposia zijn slechts gedeeltelijk en andere bronnen kunnen als achtergrond worden aangewezen. Een vergelijkbaar advies is te vinden in Spreuken 25:6-7 en de aanduiding ‘parabel’ wordt in de Griekse vertaling van de Hebreeuwse Bijbel gebruikt voor dergelijke ‘spreuken’. In andere Joodse literatuur komen vergelijkbare noties voor (zie Sirach 7:4-5; 32:1-2; Brief van Aristeas 262-263). De schrijvers daarvan waren echter ook bekend met de Hellenistische vormen van maaltijden. Het in gesprek brengen van Lukas met zijn Grieks-Romeinse tijdgenoten biedt in ieder geval voldoende ‘food for thought’.

Jonathan Pater

Jonathan Pater

Verder lezen

Willi Braun, Feasting and Social Rhetoric in Luke 14. Society for New Testament Studies Monograph Series 85. Cambridge: Cambridge University Press, 1995.

Dennis Smith, From Symposium to Eucharist: The Banquet in the Early Christian World. Minneapolis: Fortress Press, 2003.

Dit vind je misschien ook leuk...

1 reactie

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.