Parabel van de maand juni: wees niet te gulzig tijdens het eten

In deze rubriek presenteren wij elke maand een rabbijnse parabel (mashal) uit de midrash. Soms lijken die parabels op gelijkenissen uit het Nieuwe Testament, soms helemaal niet, maar altijd zetten ze aan tot nadenken.

Afgelopen week sloten we als onderzoeksgroep het academisch jaar af met een maaltijd, een barbecue in de open lucht (zie de foto). Toevallig bespraken we op diezelfde dag, voorafgaande aan de barbecue, een parabel over hoe je je moet gedragen tijdens een feestmaal. In de parabel, hieronder weergegeven, eet een koningszoon te veel tijdens een banket en moet daardoor overgeven over de andere gasten. Het banket wordt vergeleken met het binnengaan van Gods volk in het land van Israël, een land van melk en honing. Omdat het volk zich niet gedraagt als waardige en dankbare gasten, ontsteekt God in woede tegen hen. Zo wordt wat een zegen leek, uiteindelijk tot een vloek voor het volk. Deze boodschap werd gelukkig door het Parabelproject ter harte genomen; hoewel er genoten werd van de (overvloedige) maaltijd, verliet iedereen op een waardige wijze de barbecue!

Sifre Deuteronomium, pisqa 43

Indien jullie zo handelen, “zal de woede van de Eeuwige tegen jullie ontbranden” (Deut. 11:17).

Dat lijkt op een koning die zijn zoon naar een feestzaal stuurde. Hij ging zitten en gaf hem de volgende instructies mee. Hij zei tot hem: ‘Mijn zoon, eet nooit meer dan je nodig hebt, drink niet meer dan je nodig hebt, zodat je weer in goede staat naar je huis komt.’ De zoon besteedde er geen aandacht aan. Hij at meer dan hij nodig had en dronk meer dan hij nodig had. Hij moest braken en besmeurde de zonen van het banket. Die grepen hem bij handen en voeten en wierpen hem achter het paleis.

Aldus zei de Heilige Gezegend zij Hij tot Israël: ‘Ik bracht jullie bijeen in een goed en wijd land, naar een land vloeiend van melk en honing om te eten van haar vruchten, om je te verzadigen met het goede en om mijn Naam te zegenen vanwege haar. Omdat jullie niet met de zegen om kunnen gaan, verdienen jullie de straf’: “En de woede van de Eeuwige zal tegen jullie ontbranden” (Deut. 11:17).

Vertaling: Arie C. Kooyman.

Handleiding voor het lezen van een mashal

Hoe lees je nu eigenlijk een rabbijnse parabel (mashal)? Het is belangrijk om te weten dat de meeste rabbijnse parabels gericht zijn op het oplossen van een probleem of onduidelijkheid in de tekst van de Torah (de eerste vijf boeken van het Oude Testament). We vinden de meshalim dan ook in de midrash, een rabbijnse vorm van exegese.
In het voorbeeld links treffen we dus eerst een citaat aan uit de Torah (met een bepaald probleem), en daarna pas komt de mashal. De mashal wordt vaak geïntroduceerd met een vaste formule, zoals ‘een parabel, het lijkt op’. Na het eigenlijke verhaaltje (de mashal proper) volgt de uitleg van de mashal, waarin de brug wordt geslagen met het probleem in de Torah. Deze uitleg wordt de nimshal genoemd. De nimshal wordt vaak geïntroduceerd met het woordje ‘zo’.
Kun jij ontdekken hoe de mashal hiernaast het probleem in de Torah oplost?

Dit vind je misschien ook leuk...

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.