De vijf slimme en de vijf domme meisjes
Foto: zijportaal van de Dom van Erfurt (credits: Hennie Burggraaff)
Wie de middeleeuwse stad Erfurt bezoekt maakt kennis met de schitterende Dom, gebouwd op een heuvel met een kolossale trap van 70 treden. Loop je om het portaal heen, dan ontdek je een zijportaal met een wel heel dynamische uitvoering van de vijf verstandige en de vijf domme meisjes, naar Mattheüs 25:1-13. Het is één van de meest centrale parabels waarin de hoorder wordt opgeroepen om waakzaam te zijn, want de bruidegom kan diep in de nacht arriveren. Dan is het zaak om je olielamp te kunnen laten branden. Nu is het zo dat de domme meisjes de leukste zijn: de één na de ander geeuwt, rekt zich uit en dommelt weer in. De steen lijkt wel soepel te worden, zo knap zijn hun lichamen en kledij gebeeldhouwd. In de parabel zelf vallen overigens àlle meisjes in slaap: al een signaal dat de beeldhouwer ons iets speciaals wil vertellen!
Bij wat langer toe zien valt iets op: er zijn geen vijf, maar zes vrouwengestalten aan weerskanten van het portaal! Heeft de beeldhouwer zich vergist? Volstrekt niet: de twee vrouwen vooraan vormen het bekende paar van ecclesia en synagoge, een Middeleeuwse voorstelling van Vrouwe synagoge, geblinddoekt, met gebroken staf en kroon op de grond (Hennie Burggraaf ontdekte zelfs een menorah en een bokje). Vrouwe ecclesia staat aan de overzijde met kelk en triomferend. Deze voorstelling werd in de 19e eeuw weer van stal gehaald, als element in de katholieke revival van de middeleeuwen, maar dan met de beelden ín de kerk (bijvoorbeeld de Krijtberg te Amsterdam), niet er buiten als vermaning aan de joden. Maar toch…
Ons interesseert evenwel de impliciete uitleg van de parabel van de verstandige en de domme meisjes. Het lijkt erop, dat de parabel oorspronkelijk aan iedere toehoorder is gericht (onderscheid tussen jood en niet-jood lijkt hier irrelevant) en oproept tot waakzaamheid voor het naderende Godsrijk. Zelfs is het niet duidelijk dat met de komst van de bruidegom Christus is bedoeld, immers Christus zelf vertelt de parabel! (Het tweede deel van Mattheüs 25:13 over de komst van de Mensenzoon kan zijn toegevoegd.) Wat leert nu onze middeleeuwse voorstelling? Niet langer dat wij waakzaam moeten zijn, maar dat wij ons kunnen verlustigen in de verblinding van het jodendom! De vijf waakzame meisjes worden nu ondergebracht in de christeljke kerk, terwijl de slaperige meisjes die geen olie hebben bij de synagoge resorteren. Hiermee is elk appèl uit de parabel gehaald en in plaats van tot waakzaamheid roept de parabel op tot triomfalisme.
Misschien moeten we de filosofie te hulp roepen om dit op te lossen. De parabel richt zich niet tot het jodendom, en zelfs niet tot “de mens”, maar tot mij en alléén tot mij. Zoals Kierkegaard zegt: het geloof is niet een algemeen geldende wet, maar een radicaal persoonlijk appèl dat ik niet aan een ander kan voorhouden, maar alleen op mezelf kan betrekken. Dat geldt wel bij uitstek voor parabels. Om het met een joodse spreuk te zeggen:
Als ik niet voor mij ben, wie is voor mij? (Pirké Avot 1,12)
Ik kan alleen zelf het antwoord geven. Beter nog: mijn leven is hopelijk het antwoord.
Hele mooie meneer!!