Levinas, de Samaritaan en de juiste vervulling van de wet
In de gelijkenis van de barmhartige Samaritaan (Lukas 10:25-37) vertelt Jezus over een niet nader bij naam genoemde man op weg van Jeruzalem naar Jericho. Onderweg wordt hij door rovers overvallen, mishandeld en halfdood achtergelaten. Twee personen passeren en laten hem liggen: een priester en een Leviet. Een Samaritaan, tot in zijn ingewanden geroerd (v. 33; dat is de betekenis van het Griekse spaligizomai), zalft zijn wonden, legt hem op zijn ezel, en laat hem tegen betaling achter in de zorgen van een herbergier. Dit verhaal illustreert de vraag van een wetgeleerde wie de ‘naaste’ is in het Bijbelse gebod ‘Je zult je naaste liefhebben als jezelf’ (Lev. 19:18). Het antwoord op die vraag klinkt echter als een verrassende tegenvraag van Jezus: wie van de drie was de naaste van de man die op de grond lag? Deze omkering, waarbij duidelijk wordt dat de Samaritaan zich als ‘naaste’ heeft betoond door barmhartigheid te bewijzen, biedt een fraaie casus voor de filosofie van Emmanuel Levinas (1906-1995). Deze kritiseert een ethiek waarin het menselijk subject zelf zijn ethische richting bepaalt en kiest wie de ‘naaste’ is. Je wordt pas een moreel subject door je als ‘naaste’ te gedragen, je te onderwerpen aan het behoeftige gelaat van de ander, en wel door fysiek handelen, door zien en aanraken. In dat opzicht is de parabel van Lukas een diepzinnige les in het opgeven van absolute autonomie. Bovendien: de erkenning van de naaste in ‘Heb je naaste lief als jezelf’ volgt op het handelen, niet andersom. Verder zou Jezus de vijandschap tussen Joden en Samaritanen hebben willen doorbreken. Daar valt iets voor te zeggen. Zo verwacht een Joodse toehoorder op ‘priester-Leviet’ als derde partij: ‘Israëliet’. Die trits is traditioneel, en een gangbare in het toekennen van halachische (joods-wettelijke) verantwoordelijkheden in de Misjna. Waarom dan een Samaritaan? Volgens Zimmerman is de Samaritaan, die zichzelf benei Jisrael noemen, de paradigmatische ‘anti-Israëliet’ voor de Joden. Hun onderlinge vijandschap zou zijn gevestigd na de verwoesting van de tempel op de Garizim door Johannes Hyrkanus (110 BCE) en ook daarna blijken uit religieuze conflicten (Ant. 18:29-30). Late Rabbijnse bronnen kunnen zich scherp uitlaten over Samaritanen. Lukas is bekend met die vijandschap: Jezus corrigeert zijn leerlingen wanneer die vuur uit de hemel willen laten vallen over een Samaritaans dorp wegens de weigering hen te ontvangen (Luk. 9:51-55; vgl. 2 Kon. 1:10). Zo gelezen illustreert de parabel van de barmhartige Samaritaan de liefde tot de vijand, en actualiseert ze een Bijbelse traditie (2 Kron. 28:9-15). Maar vanuit de Misjna, waar Samaritanen veelvuldig voorkomen, dient zich een aanvullende duiding aan. De Misjna bespreekt hoe te reageren wanneer een Samaritaan de beracha uitspreekt bij het begin van de maaltijd:
‘Men antwoordt met ‘Amen’ na een Israëliet die de zegen heeft gezegd. Maar bij een Samaritaan pas als men de gehele zegen heeft gehoord’ (M.Berachot 8:8)
Joden dienen te wachten met hun instemmende ‘amen’ tot de Samaritaan zijn zegenspreuk heeft beëindigd. Maar hier en elders in de Misjna lezen we dat Samaritanen deel konden uitmaken van de meest intieme vorm van gemeenschap: de maaltijd. Ten tweede heeft de Samaritaan een halachische status die dicht aanligt tegen die van Joden zelf: hij kan de zegen uitspreken, zij het dat hij onder verdenking staat. Ten derde is het handelen van de Samaritaan bepalend voor zijn status binnen de Joodse wet. Zo kunnen we Lukas lezen: de Samaritaan is naaste geworden dankzij zijn handelen, en zo is hij ook subject van de Joodse wet, vervult hij deze. En leert hij Joden, in tegenstelling tot de priester en de Leviet, zelfs de juiste vervulling van de wet. Het handelen van de Samaritaan, niet diens afkomst, bepaalt hem. Jezus is hier een Joodse moralist, maar net zo goed een scherpzinnige wetgeleerde.
Verder lezen
R. Zimmerman, Puzzling the Parables of Jesus. Methods and Interpretations (Minneapolis: Fortress Press, 2015)
P.W. van der Horst, De Samaritanen. Geschiedenis en godsdienst van een Israëlitische gemeenschap (Amsterdam: Amphora, 2013)
Recente reacties