Lezer, gegroet! Deze site toont u resultaten en proefboringen van onderzoek naar parabels. Het woord ‘parabel’ is afgeleid van het Griekse parabolè, van een werkwoord dat iets betekent als ‘er naast opgooien’. Het is het Griekse begrip dat het Nieuwe Testament gebruikt voor onderricht van Jezus in de vorm van een spreuk, een zegswijze, of een kort verhaal. Die verhaaltjes werpen licht op het Koninkrijk van God, op waarden als vergeving of op de uitleg van het Bijbelse ‘heb je naaste lief als jezelf’ (Lev. 19:18; zie Lukas 10:27-37). Het Griekse parabolè is de vertaling van het Bijbels-Hebreeuwse mashal, dat spreuk, zegswijze, of profetische beeldtaal betekent, en bij de Rabbijnen, net als bij Jezus, een verhaaltje. Rabbijnen zijn de religieuze leiders van het Jodendom na de verwoesting van de Tweede Tempel (70 CE). In de Talmudische literatuur treffen we ruim 1500 (!) parabels aan. Parabels fungeren in hun uitleg van de Hebreeuwse Bijbel, de befaamde midrash. Parabels komen echter evenzo voor in de Taoïstische filosofie van Zhuangzi, in het Boeddhisme, in de vorm van fabels bij Aesopus, als stoïsche gelijkenissen bij Epictetus, in de Islam, en, natuurlijk, in de moderne literatuur. Denk aan de curieuze vertelling van de man voor de Wet bij Kafka, een sleutelparabel in zijn ‘Het Proces’. Parabels zijn verhaaltjes waarop de beroemde regel van Martinus Nijhoff van toepassing is: ‘lees maar, er staat niet wat er staat’. Wie een parabel leest als een letterlijk of historisch verslag, mist haar bedoeling. Anderzijds is het wel zo dat parabels iets concreets en realistisch aanreiken om het onbekende te illustreren. Ze vervallen dan ook zelden in sprookjesachtige beeldspraak. Parabels zijn een vorm van literatuur, maar een essentieel aspect lijkt dat ze eerst en vooral thuishoren in mondeling onderricht.
In ons project richten we ons zowel op vroeg-Joodse als op christelijke parabels. De gelijkenissen van Jezus en de gelijkenissen van de Rabbijnen onderscheiden zich van andere vormen omdat ze naar alle waarschijnlijkheid (dat toetsen we dus) onderdeel zijn van een zelfde vertelcultuur, de vroeg-Joodse wereld van Galilea en Judea. Frappant is namelijk dat beide tradities gelijke motieven en vertelpatronen gebruiken: een vader die zijn zonen opdracht geeft, een koning die een maaltijd organiseert en gasten uitnodigt, een slaaf die beloond wordt voor het goede werk en gestraft voor zijn nalatigheid, planten die groeien en geoogst worden, parels die zoek raken of miraculeuze wijze gevonden worden, enz. Waarom maken Jezus en de rabbijnen gebruik van deze beelden, welke gedachten drukken ze daar mee uit? En hoe ontwikkelde zich die vertelcultuur in de gemeenschappen die zich ‘christenen’ gingen noemen, en hoe gingen latere Rabbijnen er mee om? Voldoende vragen om een website rond dit project te rechtvaardigen, voldoende materiaal om u, als lezer van onze blogs, voortdurend bij te praten. Wij zijn in ieder geval diep geraakt door deze pareltjes van menselijke vertelkunst en religieus genie. Op deze website delen we met u de schatten die zich aan ons voordoen bij ons onderzoek. Indien u wat meer achtergrondinformatie op prijs stelt voordat u de blogs begint te lezen, raden we u aan de subpagina’s van dit menu-onderdeel te bestuderen. Deze gaan onder meer over parabeltheorie, het joodse genre van de midrasj, metafoortheorie en de relatie tussen fabel en parabel. Veel plezier met lezen!
Eric Ottenheijm, projectleider
(…) ”Spreuken (meshalim) van Salomon, zoon van David, koning van Israël” (Spreuken 1:1) (…) Denk niet gering over de parabel (mashal) want het is dankzij haar dat de mens tot de woorden van de Tora geraakt. Een gelijkenis, waarmee kan men dit vergelijken? Met een koning die goud van zijn huis had verloren, of een kostbare parel; is het niet dankzij een lontje van een paar cent dat hij die zal vinden? Zo ook, laat de parabel niet gering zijn in uw ogen. Laat het je bekend zijn dat Salomon door middel van deze parabel kwam tot de kleinste details van Tora!’ (Midrash op het Hooglied, 1:8)
Hebben jullie dit allemaal begrepen? Zij zeiden hem: ja! Hij dan zei hen: Daarom gaat het met iedere schriftgeleerde die leerling is geworden in het koninkrijk der hemelen als met een huisvader die uit zijn voorraad nieuwe en oude dingen tevoorschijn haalt. (Mattheüs 13:52)
Recente reacties